Het sociale domein is, onder meer door de transities van Wmo en Jeugdzorg, volop in beweging. Bij veel instellingen en organisaties leidt dit tot grote uitdagingen voor hulpverleners, beleidsadviseurs, bestuurders, wethouders en gemeente-ambtenaren. Deze uitdagingen vertalen zich in nieuwe eisen aan de competenties van die professionals.
In de dagelijkse praktijk wordt in dit verband vaak gesproken over het T-profiel van de nieuwe professional. De verticale poot van de T staat daarbij voor specialistische competenties (in de diepte) en de horizontale balk voor brede, generalistische competenties. Maar biedt het T-profiel voldoende toerusting?
De redacteuren van A new cup of T, social work in innovation, vinden van niet. In dit boek bieden ruim dertig vooraanstaande auteurs uit de praktijk en de theorie handvatten waarmee de professionals de vele uitdagingen van een systeem in verandering tegemoet kunnen treden en hun cmpetenties verder kunnen ontwikkelen. Door te reflecteren op de ontwikkelingen die gaande zijn en de lessen die pionierende professionals al doende leren, hoopt dit boek hen te helpen hen hun persoonlijk meesterschap te vergroten.
A new cup of T is samengesteld onder redactie van Kees Verhaar, Martin Berk en Janet van den Bergh. Enkele auteurs die een bijdrage leverden zijn Judith Leest en Andries Baart, Albertine van Diepen, Eva Vriend, Boukje Keijzer, Arianne Steegman en Yvette Paludanus, Susanne Visser, José van Egmond en Marga de Goeij en Aletta Hekker, Mohamed el Mokaddem, Eric Verduyn en Karin Manuel en Martijn van Schaik.
Ook Lenette Schuijt schreef een bijdrage aan dit boek. Haar hoofdstuk gaat over het belang van bezieling bij pionieren. De nieuwe professional kan immers niet terugvallen op bekende paden en op zekerheid van buitenaf, maar zal nieuwe, onbekende wegen moeten inslaan. Een innerlijk kompas is daarbij noodzakelijke bagage.
Comments are closed, but trackbacks and pingbacks are open.